Cutting Edge SimpleSongs review

A new review of the SimpleSongs album (in Dutch) at Cutting Edge

Antwerpenaar Ken Veerman ofte SimpleSongs doet maar een minuut of 36 over elf nummers. Dat lijkt weinig voor een volwaardig album, maar het goeie nieuws is dat de luisteraar nadien geen dik half uur van zijn tijd vergooid heeft. Het titelloze debuut - een bescheiden ep van enkele jaren geleden niet meegerekend - is immers mooi. 'Mooi', ja, ingewikkelder willen we het niet uitdrukken. Voor al uw SimpleReviews, één adres: ondergetekende.

Op Debonair, het Vlaamse huisvlijtlabel dat onder andere ook The Bear That Wasn't, Wixel, Yuko en Tape Tum herbergt, wordt zijn stijl vergeleken met die van Tom McRae. Een vergelijking die hout snijdt, zoals in 'Death is not what is used to be' duidelijk te horen is. Maar wij horen er ook Belgische soortgenoten in: flarden duisternis en doembeelden zoals bij een neerslachtige Tomán en vooral heel veel pathetiek à la Frederik Sioen. Al zal voor die laatste gelijkenis de nadrukkelijke aanwezigheid van de piano ook wel hebben meegespeeld.

Op zijn best is SimpleSongs wanneer het nét geen pijn aan de oren doet: zoals in het hartverscheurende 'Head' bijvoorbeeld, met een langgerekt refrein dat door merg en been gaat, of het daar ook aan verwante 'Get out of town', dat heel in de verte ook herinneringen aan Portishead oproept. Of het vingerknipriedeltje 'Lobster', met de stemvervormer die ons wat aan Get Well Soon doet denken. En dat hij wellicht ook graag naar The Postal Service en The Notwist luistert, bewijzen de logge elektronicadrums in 'Second time around', vergezeld van zalvend gitaarspel, dan weer.

Erg vrolijk worden we niet van dit plaatje maar evenmin is het een debuut waarbij we ongemakkelijk op de stoel heen en weer zitten te schuiven en we ons constant ergeren aan deze of gene miskleun. Neen: Veerman heeft een warm en zacht koesterplaatje geboetseerd dat wij absoluut naar waarde weten te schatten. Alleen is maar de vraag in welke mate hij met dergelijke intieme songs een onvoorbereid luisterpubliek een volledige set kan boeien. Wie hem al zag, mag het ons altijd vertellen. In afwachting gaan wij nog eens naar 'Head' luisteren en ons hart vol melancholie tanken. (Frederik Jaques)